De inzet van low code/no code kunnen helpen om de druk op IT-afdelingen aanzienlijk te verlichten. Verschillende ontwikkelingen voeren de druk op IT-afdelingen flink op. Het tekort aan IT-talenten speelt al jaren. De behoefte om te digitaliseren vraagt veel van de IT-afdeling om de transformatie vlot te laten verlopen. De Covid-19-crisis heeft – met een sterk veranderende werkwijze in veel organisaties door verplicht thuiswerken – de druk op IT-afdelingen er niet minder op gemaakt. Geen van deze drie trends lijkt snel voorbij. Hoewel Covid-19 hopelijk op zijn retour is, zijn veel organisaties ander gaan denken over de noodzaak alle werkzaamheden binnen een kantoor uit te voeren.

WAT ZIJN NO-CODE EN LOW-CODE PLATFORMEN

De komst van low code/no code als nieuw platform voor softwareontwikkeling helpt op twee niveaus om de problemen die hierbij ontstaan het hoofd te bieden. De tools bieden doorgewinterde ontwikkelaars nieuwe gestandaardiseerde tools en programmeerplatformen die helpen om de softwareontwikkeling te versnellen. Daarnaast ontlast LCNC de IT-afdeling door technisch specialisten uit de business (citizen developers) in staat te stellen zelf de apps te creëren die ze nodig hebben om hun werk efficiënter te kunnen doen.

VERSCHIL TUSSEN BEIDE METHODES

Bij low-code platforms is kennis van programmeren voor nodig. Want ook al hoeft er in vergelijking met traditionele softwareontwikkeling veel minder code geschreven worden, is die stap wel nog verreist. Low-code is vooral bedoeld om het ontwikkelen van applicaties sneller en makkelijker te maken. Een meerderheid van de applicatie kan op een visuele manier worden ontwikkeld, en dus hoeven de ontwikkelaars allen een klein beetje te focussen op het gedeelte van de applicatie die echt het verschil maakt.

Bij no-code platforms kunnen ontwikkelaars functionele componenten selecteren om ze vervolgens in een visuele manier te gebruiken. Samen met de informatie en een visuele composer word er gelijk een inzetbare versie van een applicatie gebouwd. Die prototypes kunnen door gebruikers van het platform tussentijds worden gewijzigd, bijgesteld of geoptimaliseerd. Daarom is dit voor ongespecialiseerde gebruikers bedoeld. Veel aspecten van een applicatie hoeven niet gemaakt worden in een data structuur bouwer, maar kunnen op een visuele manier.